Collectieve Arbeidsovereenkomsten

Woon - werkverplaatsing met eigen wagen

Raadpleeg ook de aanvullende CAO over de tussenkomst in woon-werkverkeer met open baar vervoer of met de fiets via volgende link>>>>>>>


Publicatie : 1974-10-16

12 augustus 1974. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 1974, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werklieden en werksters van de taxiondernemingen (1)

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Nationaal Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij:

Art. 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 1974, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werklieden en werksters van de taxiondernemingen.

Art. 2. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Mortil - Spanje, 12 augustus 1974.

BOUDEWIJN

Van Koningswege:

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,

A. CALIFICE.

NATIONAAL PARITAIR COMITE VOOR HET VERVOER

 Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 1974

Vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werklieden en werksters van taxiondernemingen

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
HOOFDSTUK II. - Bijdrage in de vervoerskosten
HOOFDSTUK III. - Geldigheid

 
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 1.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing:

  1. op de werklieden en werksters van taxiondernemingen welke ressorteren onder het Nationaal Paritair Comité voor het vervoer;
  2. op de werkgevers die de in 1? bedoelde werklieden en werksters tewerkstellen.

 
HOOFDSTUK II. - Bijdrage in de vervoerskosten

Art .2.
Rekening houdend met de bepalingen van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971 wordt de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werklieden en werksters voor de afstand, heen en terug, tussen hun woonplaats en de zetel van de onderneming, hierna vastgesteld.

Art. 3.
De werklieden en de werksters die woonachtig zijn buiten een cirkel met een straal van 5 km en met de zetel van de onderneming als middelpunt, voor zover zij gebruik maken van een dienst van gemeenschappelijk vervoer en zij een verklaring op woord van eer voorleggen tot staving van dat gebruik, hebben recht, ten laste van de werkgever, op de terugbetaling van de vastgestelde bedragen onder de volgende voorwaarden:

  1. Verplaatsing in de stad
    1. terugbetaling, per gewerkte dag, van een bedrag van 6 F;
    2. terugbetaling van 50 pct. van het onder a) vastgestelde bedrag, indien de werkgever zelf instaat voor ofwel de heen-, ofwel de terugreis;
    3. Indien een openbaar vervoermiddel ontbreekt, en alleen in dat geval, blijft voor de werklieden en werksters die verplicht zijn zich met hun eigen vervoermiddel te verplaatsen dezelfde terugbetalingregel bestaan als deze bepaald onder a.
  2. Verplaatsing buiten de stad
    terugbetaling van 50 pct. van de prijs van een sociaal abonnement tweede klasse van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor de afstand, heen en terug, afgelegd door de gemeenschappelijke vervoerdienst tussen de woonplaats en de werkplaats.

Art. 4.
De terugbetaling van de bedragen waarvan sprake in artikel 3, geschiedt minstens om de maand.

Art. 5.
  
Onverminderd de bepalingen, voorzien in artikel 3, blijven de gunstiger voorwaarden inzake vervoer en terugbetaling van vervoerskosten welke op het vlak van de onderneming bestaan, behouden.

Art. 6.  
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden in dat de werklieden en werksters geen aanspraak kunnen maken op de betaling van vervoerskosten wanneer de werkgever, door eigen middelen, het vervoer van zijn werklieden en werksters kosteloos verzekert.

 
HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 7.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1974 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzegging van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Nationaal paritair Comité voor het vervoer.


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1974.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,

A. CALIFICE.

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad:
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.